Kunstenaarschap als pleidooi voor creatieve herbestemming

Over het oeuvre van Zuz (Katrijn Schatteman)

www.zuzonline.be

Het moet gezegd dat de beschouwende benadering van een kunstwerk vanuit het perspectief van de kijker initieel anders verloopt dan de door intenties gekleurde benadering die een kunstenaar heeft ten aanzien van een idee of concept alvorens met de conceptie van het kunstwerk in kwestie wordt gestart. Een zekere nederigheid kleurt daarom mijn standpunten ten aanzien van haar werk vermits ik mij slechts in de tweede graad verbonden kan voelen met Katrijns werk en de gedachtengang die hieruit resulteert daardoor niet alleen steeds subjectief is, maar tevens wordt gestuurd door het statische eindproduct dat het kunstwerk als zodanig is. Daarom is de kennis van haar intenties voor het creëren –en dus het aan het kunstwerk voorafgaande proces– waardevol omdat het mijn doordachte visie op een aantal vlakken nuanceert, eventuele vooroordelen ontkracht en leidt tot een uitgebalanceerd kader dat rond haar werk kan worden opgebouwd.

Algemeen beschouwd zou men kunnen zeggen dat het aantal visies op een kunstwerk recht evenredig is met het aantal mensen die er een visie op vormen. Afhankelijk van de diepgang der gedachten kan de ene visie in min of meerdere mate waardevoller zijn dan een andere. Hoe dan ook zal ik bij het hierna volgende uitgaan van een perspectief waarbij kunst wordt beschouwd als een manier om de realiteit te benaderen en dus te ervaren. Net zoals er een historisch, mathematisch, filosofisch, religieus of sociaal–economisch perspectief kan bestaan van waaruit men vertrekt om de realiteit te benaderen of bevragen, kan kunst –al dan niet vervlochten met één of meerdere van bovenstaande voorbeelden van perspectieven– als een manier van zien worden beschouwd die nuancering biedt op de ons omringende en dagdagelijks ingebedde realiteitsbeleving. Hier komen we aan het punt waarop de zaken interessant worden voor iemand die over kunst nadenkt en schrijft. Indien men immers rekening houdt met de manier waarop kunstenaars in het leven staan en op basis van hun ervaringen hun kunst concipiëren, wordt duidelijk in welke mate hun eigen kunstcreatie is ingebed in hun dagdagelijkse leven. Dit kan men op velerlei niveau gaan bekijken; in hoeverre is hun dagdagelijkse omgang met de dingen in de realiteit een bron van inspiratie of speelt dit een ondergeschikte rol (bijvoorbeeld bij mensen die zich hoofdzakelijk baseren op de kunstgeschiedenis), hoe wordt deze dagdagelijkse inspiratie al dan niet geïntegreerd (vormelijk, spiritueel, thematisch,…) in het beeldend werk enz. Uiteraard zijn de zaken in werkelijkheid veel complexer dan dat en is het een samengaan van alle in onderling verband staande dynamische wisselwerkingen die ervoor zorgen dat een kunstenaar creëert wat hij of zij op dat moment nodig acht, maar desalniettemin komt de verbondenheid van kunstcreatie en het persoonlijke leven bij sommige kunstenaars duidelijk aan de oppervlakte.

Zo is het ook bij Katrijn Schatteman die voor vele van haar werken put uit de belevingswereld rond zich. Opgeleid tot meester in de beeldende kunsten – meer bepaald driedimensionale vormgeving optie glaskunst – en vertrouwd zijnde met de tekenkunst en andere vormen van beeldende installatiekunst, exploreert Katrijn de wondere wereld waarin ze leeft en vooral de ervaringen die ze erin heeft. Het is vooral de mate waarin haar artistieke expressie geënt is op het leven zelf dat mijn fascinatie heeft gewekt. Wind catcher bijvoorbeeld is een evocatie van een driehoekig zeil van 7m hoog met een basis van +- 3 à 5m. In opstelling fungeert het als een ware spinaker die mooi bol komt te staan en als speeltuig voor de wind dient. De inspiratie voor het thema komt rechtstreeks uit de ervaring. Korte tijd voordien ging ze voor het eerst zeilen met vrienden wat op haar een diepe indruk naliet. Begeesterd door het spel van de wind met de materie en het gevecht dat de mens op die manier aangaat met de woeste en ogenschijnlijk tembare natuurkracht zorgde bij haar voor een sublieme ervaring in Kantiaanse zin. Het artistieke uiten van die levenservaring met Wind catcher tot gevolg, kwam mij over als zijnde een noodzaak voor de kunstenares. Het in tweede instantie vrijuit laten gaan van dat intense gevoel meegenomen te zijn geweest met de wind diende als reflectie op die ervaring, het vastleggen van de ervaring in het beeldend geheugen door middel een kunstwerk. Een tweede lezing verraadt een meervoudige binding met de realiteit. Het doek is opgebouwd uit verschillende lappen textiel van quasi gelijke afmetingen. Naast de esthetisch fraaie implicaties voor het totaalbeeld van het werk, komt de complexiteit aan de oppervlakte waarmee het werk is ingebed in de werkelijkheid. Elk lapje textiel heeft zijn eigen bestaansgeschiedenis, zijn eigen geheugen en het geluk herbestemd te zijn geweest in een dergelijk aangrijpend werk. Neem daarbij nog eens de tijd voor het geestesoog waarmee deze stukken stof aan elkaar zijn genaaid en je kan concluderen dat het ‘lappendeken’, wat het zeil in wezen is, een metafoor is voor de realiteit in de meest complexe en gefragmenteerde zin. De zeilervaring als inspiratiebron wordt op die manier veruitwendigd door middel van kleine stukjes letterlijk aan elkaar geregen realiteiten die opnieuw een realiteit vormen en mij de kans geven te verwijlen bij zoveel moois. Ik krijg als beschouwer in de eerste plaats de kans om mee te voelen en te ervaren, maar ook om mij af te vragen waartoe die stukjes stof allen hebben gediend in het verleden. Het werk is zodoende een soort meta–realiteit die de versnippering van de werkelijkheid illustreert en ons doet inzien dat er naast de oppervlakkig fenomenaal waarneembare wereld ontegensprekelijk veel diepere dimensies te vinden zijn die we met onze taal en ons denken niet kunnen vatten. Voor mij is het een evocatie van de initieel ongrijpbare status van de werkelijkheid.

In verband hiermee is een ander werk opmerkelijk dat de naam For my sailor draagt. De bron van inspiratie is dezelfde, de implicaties van het beeld voor de benadering van de realiteit wens ik nog diepgaander te overdenken. Het werk is opgebouwd uit een verzameling houten latten die tot op zekere hoogte plooibaar zijn en aanvankelijk werden afgedankt door een kennis van Katrijn. Zoals een restauratie–architect bij wijze van herbestemming oude vervallen historische gebouwen opsmukt om ze verder te laten leven, gaat Katrijn hetzelfde doen met deze op het eerste gezicht waardeloos geworden horde houten plankjes. Hetzelfde principe als bij de oude stukken textiel bij het eerder besproken werk Windcatcher is hier van kracht. Als collectief werden deze afzonderlijk betekenisloze plankjes gebombardeerd tot een heuse boot waarbij met oog voor detail het zwaard onderaan vormelijk prachtig is uitgewerkt. Het is alsof het gevaarte zwanger is van geluk omdat het door de energie en inspanningen van Katrijn (en haar assistent Fred) is geworden wat het is, vanuit de op zichzelf beschouwd betekenisloze houten plankjes. De betekenisloosheid van deze objets–trouvés wordt hiermee pregnant duidelijk. Ze werden afgedankt en bedankt voor bewezen diensten, op pensioen gestuurd en op sterven na dood totdat een creatieve ziel een ander doel met hen voor ogen had. Dit resulteerde in een beeld dat voor mij een bevestiging betekent van de absolute waarheid dat dingen op zichzelf beschouwd betekenisloos zijn en slechts in relatie tot andere zaken betekenisvol worden. Zoals deze houten latjes opnieuw betekenis kregen door de verbeeldingskracht van de kunstenares en de relatie die ze met elkaar aangaan, zo krijgt het daardoor ontstane kunstwerk pas betekenis in relatie tot de beschouwers en misschien in relatie tot deze tekst. Tot op elke niveau van de realiteit en de manier waarop ze wordt beleefd kan men deze absolute waarheid doortrekken. Deze boeddhistische notie van leegte die intrinsiek is aan alles wat rondom ons existeert komt in dit werk prangend naar voor. Er is dan nog niet eens met een woord gerept over de boeien die ze concipieerde met glas en de binnenbanden van een fiets. Kortom, door middel van een ongebreidelde fantasie, een ongewoon respect voor alle materie en een door het leven voortgestuwde artistieke gedrevenheid creëert Katrijn Schatteman niet alleen een nieuwe wereld, maar toont ze zich nederig ten aanzien van een oude wereld waarin de materie schijnbaar door de rest is opgegeven.

Haar tekeningen getuigen van eenzelfde eerbied voor het momentane als inspiratiebron, de dagdagelijkse leefomgeving als krachtbron. Zo tekende ze meermaals familieleden (broer, oma,…) wat duidt op grote moed. Het is zoals haar broer een tijdje terug tegen me zei. De geladenheid van een nauw verwant tekenmodel –door onderlinge emotionele verbondenheid, de oneindige waaier aan gezichtspunten van waaruit het tekenmodel zich al aan haar ogen openbaard heeft en de gedeelde ervaringen– maakt het capteren van die persoon in één statisch getekend beeld razend moeilijk. Het is een niet te onderschatten factor die ervoor zorgt dat het getekende beeld nooit zo geladen zal kunnen zijn als alle soorten van ontmoetingen samen die ze met die persoon gedurende haar leven heeft gehad. Desalniettemin wordt hiermee opnieuw duidelijk dat Katrijns opvattingen over kunstenaarschap –al dan niet bewust, maar ongetwijfeld vanuit een creatieve noodzakelijke scheppingsdrang– geworteld zijn in de levenservaringen van alledag. Anders gezegd zou men kunnen stellen dat de kunstcreatie voor haar niet alleen een manier is om met de realiteit om te gaan en dus algemener om deze te benaderen, maar eveneens dient om deze te gaan bevragen en allerlei dynamische wisselwerkingen die erin liggen vervat bloot te leggen en naar voren te schuiven in beelden die spreken, althans tot mezelf.

Tot slot wil ik graag nog iets kwijt over een ander werk getiteld Grasduo. Het doet me wat denken aan een werk van Roger Raveel Het karretje dat de hemel draagt waarbij door middel van een spiegel, gemonteerd op de bovenzijde van een ijscokarretje, de hemel wordt gereflecteerd en als het ware al rondrijdend wordt gedragen door iedereen die dat wil. Hoewel dit interactieve aspect bij Grasduo ontbreekt, is er wel sprake van een gelijkenis. De hemel wordt evenals gras & aarde vanzelfsprekend geacht in onze westerse samenleving en we staan amper stil bij de grootsheid ervan (uiteraard is er nog een wezenlijk verschil tussen de eigenheid van de hemel & aarde enerzijds en dat van gras anderzijds, maar dat is hier het punt niet). Het zijn alledrie noties die (‘bijna toch’ wat gras betreft) over de hele wereld voorkomen en kunnen worden ervaren. Deze universele essentie worden door een oppervlakkige benadering vaak onderschat. Het duo dat het uit aarde ontstane gras op de rug draagt doet ons nadenken over de onschatbare waarde van het aardse en de mogelijkheden die hieruit ontstaan voor het universele leven. Wij sleuren dagdagelijks de meest onbenullige prullen mee in onze mentale rugzakken, zo ziet men in als men nederig is ten aanzien van de wonderen der natuur. De symboliek die spreekt uit grasduo als beeld is beklijvend. Wordt het inderdaad niet eens tijd om onze mentale bagage van tijd tot tijd af te stemmen op de oerkrachten van ons bestaan zoals het grasduo ons inspirerend en metaforisch toont? Lijken onze bezigheden in dit haastige bestaan niet triviaal en banaal eens men dit beeld tot zich laat doordringen? En zonder te willen dwepen met de aloude en onterecht pejoratief geworden romantische natuuridee stel ik me samen met de kunstenares oprecht de vraag of we onze loodzware mentale bagage, die we elke dag opnieuw meezeulen, niet beter wat vaker achter ons kunnen laten om niet alleen bewust te verwijlen bij hetgeen we binnen de noties in aarde en gras normaliter louter beschouwen als potentialiteiten en functionaliteiten, maar vooral te contempleren over wat erachter schuil gaat.

Gent, februari 2007

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s