Koolmeesje

Ik weet niet precies waaraan het ligt. Is het onze keuze van waarnemen, het richten van de blik naar boven, beneden of recht vooruit, de timing waarmee dingen en waarnemingen samenvallen?

Een seconde na het lezen van de laatste zin uit een vuistdikke roman over een oud schilderijtje waarop een geketend vogeltje wordt afgebeeld, word ik in stilte ontroerd bij het zien een rondfladderend koolmeesje (Parus Major) in onze tuin, met robotachtige schokjes het kopje draaiend van links naar rechts, het verweerde en nooit eerder bewoonde nestkastje verkennend, van binnen en van buiten. Ik bevries in het moment. De tijd staat stil met mij.

Beide vogeltjes zijn geen familie. Het puttertje (Carduelis Carduelis) is een (distel)vink, geen mees. Maar dat doet eigenlijk weinig ter zake. Het zit hem in de opvallende uiterlijke gelijkenis en de synchroniciteit waarmee beide momenten naadloos op elkaar lijken aan te sluiten. Het puttertje uit de roman leek even echter dan ooit. Het zegt ook veel over het geniaal geconstrueerde boek van Donna Tart dat beklijfde en bleef hangen. Erna heb ik het meesje nooit meer gezien.

Zelfde dag, ander moment, kort nadien. Ik woon in de stad. Voor even nog. Tweewekelijks wordt onze GFT-bak opgehaald. Het gebeurt zelden dat na een lediging de bak leeg is. Meestal blijft een koek van weerzinwekkend organisch afval in gevorderde staat van ontbinding achter, stevig bewoond door maden, met een geur die reikt tot aan de straathoek. Die dag van de vogeltjes was hij na ophaling volledig leeg, bijna proper en opnieuw gebruiksklaar. Dit gebeurde nooit eerder. Lag het aan de inspanningen van de IVAGO-ploeg die de laatste klonters er met doorzetting uitklopten? Ligt het aan mijn perceptie om dit te koppelen aan het vogelverhaal van een paar uren eerder? Wie zal het zeggen. Het verblijde me alleszins want ontsloeg me een keertje van de vuile klus die ranzige bak uit te kuisen. Ik vervolgde mijn weg naar de lokale doe-het-zelfzaak op de hoek om een zak vogelzaden te halen. De bak kon nog even, niets of niemand storend, blijven staan.

Er zijn van die dagen dat dergelijke momenten talrijk zijn. Die dagen zelf zijn bij mij zeldzamer. Het kan ook – zoals de openingszin placht te suggereren – eenvoudigweg liggen aan de manier van kijken op een bepaald ogenblik in de tijd. De vier dimensies in harmonie zo je wil. Ik kon evengoed koffie zijn gaan zetten na het lezen van die laatste zin waardoor de koolmees aan mijn aandacht zou ontsnapt zijn. Het moment was echter zo bijzonder dat het me de rest van de dag meenam in alles wat ik zag, deed, zegde en hoorde. Spiritueel gewauwel hoor ik sommigen denken. Daar kan ik mee leven. De essentie zit hem allicht in de betekenis die men zelf geeft aan een rondfladderend vogeltje of een GFT-bak. Er is los van de keten van ervaringen die we dagelijks hebben weinig reden om veel aandacht te schenken aan zulke banale zaken, tenzij ze tot andere en meer betekenisvolle ervaringen leiden.

Andersom kan het ook. Er zijn evenzeer periodes in een mensenleven waarbij we stevig uitgedaagd worden. Niet altijd door één specifiek moment, maar ook door een opeenvolging van specifieke gebeurtenissen die op zich niets met elkaar te maken hebben, behalve dat dezelfde persoon ze ervaart. Het zijn vaak testen in weerbaarheid en veerkracht waarbij de grenzen van stress worden verkend. Het kan een ziekte of bijna verlies van een dierbare zijn, materiële tegenspoed (een beker koffie op de laptop, een lelijke val met de fiets, een diefstal), de eigen gezondheid die wordt belaagd, enzovoort. Zoals met de kleine momentjes van verlichting is het omgekeerd mogelijk dat een ervaring op dat ene moment waarbij de moraal (i.e. iemands gevoel van innerlijke waarde of kracht) laag is tot basis verwordt voor wat men nadien ziet, doet, zegt of hoort. De notoire negatieve spiraal waarin sommigen terechtkomen, ontstond ooit uit een tegenslag. De menselijke geest doet de rest als onze genetische rugzak niet in staat is om invloeden van buitenaf afdoende te pareren.

Mentale flexibiliteit werkt dus in twee richtingen. Omkeerbaarheid is een mogelijkheid zoals elke andere. Alles is immers mogelijk, altijd (dat is wat de quantummechanica ons leert over het gedrag van subatomaire deeltjes). Niettegenstaande is het gemakkelijk om onder impuls van de ‘geschikte’ mindset van voorspoed naar tegenspoed te evolueren en erin te blijven hangen. Omgekeerd is dit een pak lastiger. Het vraagt om een eenvoudige reset, een nulmeting van waaruit gedachten – of het gebrek eraan – terug een plaats kunnen vinden zodat de zoektocht naar het koolmeesje terug kan beginnen of beter nog, zodat het koolmeesje ons onverwacht kan verrassen. Het ongestoord lezen van literatuur kan helpen, muziek ervaren ook. Terug naar mentale focus, open voor werkelijke inspiratie.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s