Er groeit gras uit onze tuintafel. De natuur laat niks verloren gaan. Al die tijd bleef ze trouw gasten ontvangen en dienen. Twee seizoenen kunnen niet alleen een mens veranderen.
Maandenlang ontbeten, lunchten en dineerden veelsoortige gevederde vrienden op en onder deze tafel. Ondergetekende voorzag het lekkers, gesponsord door menig producent en verdeler van zaadmengsels en vetbollen.
Bosduiven zijn het gulzigst en hebben weinig gêne. Ze komen zelden alleen. De kleinere soorten kennen hun plaats, flitsen na het verkennende werk hun deel weg van de voederplank. Ze zijn geduldig, vinnig en snel. Mezen en mussen, vinken en spechten, dwergen en reuzen met vaak sprankelende vedertooi. Ik zag mezelf enkele malen verplicht er een boek bij te nemen om hen de afgesproken naam toe te kennen.
Links en rechts vielen wat zaden en granen in het gras via de plooien van de serie gelijkvormige houten latten die samen het tafelblad vormen. Enkele bleven steken op de dwarsliggende draagstructuur eronder. Moedig kiemden ze tot warmgroene sprieten die zich nu gulzig laven aan de eerst echte lentezon.
Op deze zomerse lentedag draagt de tafel een landschap, geschapen door de tijd en de dingen. Nu veeg ik gedwee en volhardend opengesperde granen weg die samen met versteende vogeldrek hun nakende bestaanseinde omarmen. Ze is ondertussen drie jaar oud. Ik weet niet wat het equivalent is in (houten) tafeljaren, maar de oliescrub van vorige lente was op zijn plaats. Ook IKEA-tafels hebben aandacht nodig.
Ik realiseer me dat dit voorwerp met haar verschillende gasten al heel wat functies heeft bekleed doorheen haar bestaan. Het is al een doelkader geweest, schrijftafel ook, maar vooral eettafel van velen.
Mijn tweepotige metgezellen doen er andere dingen mee. Ze eten er zowel op als eronder. Meestal staan ze er gewoon op. Ik zag er zelden één aan of op zitten. Ze kakken erop en eronder. Een uitzondering slaagde er kennelijk in verticaal langszijdig te ontlasten. Uitslovers zijn er bij alle soorten.
De tuintafel verwerd zo vooral tot een ontmoetingsplaats. Voor mensen. Voor vogels. Voor mensen en vogels. Soorten en rassen vinden elkaar normaal niet zo dichtbij, mijden elkaar zelfs soms.
Ik ontmoette hen ook vooral via dit houten geraamte, bijgestaan door een verrekijker. Ik kreeg bewondering voor hun interpretatie van vrijheid. Wanneer dit gebeurde, weet ik niet meer. Het ging nooit meer weg. Toegegeven, hun bewustzijn is beperkt. Hun hersenomvang is dat ook, maar hun relatieve vrijheid is dat geenszins.
Ze leven betrekkelijk goed samen, kennen geen georganiseerde massamoorden, noch binnen de eigen soort, noch bij andere soorten. Ze eten gewoon samen, op of onder de tafel.
Ik deel met plezier onze tuintafel met lijsters en merels, kool- en pimpelmeesjes. Wat een weelde. Ik vind het een eer en genoegen hun zwart-witte resten te mogen afvegen. In ruil ben ik getuige van hun spontane spektakel, hun onnavolgbare theater van de vrijheid. Ik zit op de eerste rij en kijk soms met afgunst naar hun bühne, luister naar hun rijke klankpalet gekleurd door de seizoenen.
Ik ontwaak uit mijn overpeinzingen met een natte spons in de hand en bedenk me dat de meergranenbroodjes in de oven vrijwel zeker zullen klaar zijn. Het laatste maïssprietje dwarrelt onverschillig naar beneden.
Laarne, 8 april 2018