Iedereen hoopt dagelijks dat kleine dingen zullen gebeuren. Kinderen die ‘s nachts doorslapen, de zon die straalt als we ontwaken en de trein die stipt rijdt. Het zijn die dingen die kortstondige momenten van geluk veroorzaken, maar even snel weer plaats maken voor de gewone gang van zaken.
Zelden hopen we met zoveel mensen hetzelfde als nu. De curve van aantal besmettingen, aantal ziekenhuisopnames en behandelde patiënten op intensieve zorgen is nog in steeds in stijgende lijn. Flatten the curve is de collectieve mantra geworden. De dag dat dit gebeurt – en die dag komt er – zal het breed gedeelde gevoel van hoop eindelijk ingevuld worden. Want hoop leeft bij gratie van onzekerheid en projecteert zich steeds op een gewenst toekomstbeeld. Maar wat is het nu precies dat ons hoopvol maakt?
De collectieve hoop is de laatste weken een paraplubegrip geworden waar onderliggend heel wat zorgen en onzekerheden aan het gisten zijn. Hoop biedt tegengewicht. Hoop op een financieel vangnet, hoop op een veilige en onbesmette thuiskomst na een bezoek aan de supermarkt, hoop op een spoedig terugzien van familie en vrienden. Zo heeft iedereen een gedeeld, maar ook heel eigen spectrum van hoop en verwachtingen.
Sommigen hopen dat dierbaren niet ziek worden of zieke dierbaren snel genezen. In Italië is het zover gekomen dat sommige van onze medemensen hopen niet alleen te moeten sterven terwijl in Madrid zieke patiënten hopen dat ze snel de gangvloer kunnen inruilen voor een ziekenhuisbed. Artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners en experten die hopen dat medische hulpmiddelen voorradig zullen blijven en er binnenkort terug wat meer ademruimte komt in de marathon die ze aan het lopen zijn. Ondernemers hopen op voldoende veerkracht en ondersteuning eens we ontwaken uit deze nachtmerrie. Chinese burgers hopen dan weer dat de dagen zonder besmettingen blijven aanhouden. We hopen met zijn allen heel veel verschillende dingen die allemaal dat ene grote gewelf van hoop stutten: laat dit verrekte virus snel een herinnering uit het verleden worden zodat de wereld opnieuw gezond kan draaien, ook al zal die op vele manieren niet meer dezelfde zal zijn als voorheen. Maar dat zien we dan wel weer.
Er leeft ook de collectieve hoop dat we goed geïnformeerd worden. Kritisch blijven omgaan met informatie is een bijkomende uitdaging geworden. Mentale hygiëne is dat evenzeer. Nu de actualiteit dagenlang wordt beheerst door corona en COVID19, vraagt het inspanningen om de sociale isolatie op een gezonde mentale manier te doorbreken en het nieuws niet op de voet te volgen. Al hopen we hier niet echt op. We hopen eerder op ander nieuws, virusvrij nieuws zo je wil. Gelukkig gebeurt dit af en toe hebben we zelf nog de vrije keuze .
Corona beheerst ons leven, direct en indirect. Economie, cultuur, sport, onderwijs, gezondheidszorg; geen sector blijft gespaard. Want het gaat over ons mensen die geviseerd worden door een onzichtbaar natuurlijk fenomeen. We bevinden ons in het oog van de storm, al geruime tijd en vermoedelijk nog voor even. Toch kunnen we er vrij zeker van zijn dat er een einde komt aan deze periode van collectief gedeelde hoop. Dan stellen zich andere uitdagingen en dient puin geruimd. Verwachtingen zullen verglijden en andere patronen van hoop zullen hun opwachting maken.
Ik kijk door het raam en zie langzaam de wereld ontwaken. Zou het niet mooi zijn dat het maatschappelijk herstel synchroon zou verlopen met de stijgende curve van de lente richting zomer? Dat het verval en einde van een virus een verhouding aangaat met de bloei van de ons omringende natuur? Dat we opnieuw op kleine dingen kunnen hopen?
We kunnen ons in afwachting alvast blijven verwonderen over de vele bijzonderheden van een wordende wereld.
Laten we dat vooral niet vergeten te doen.
Laarne, 24 maart 2020